Het kaarslicht schitterde op de prachtige gladde borden. De lichtscheuten zorgden voor volledige concentratie op de eettafel in ons huis. De knorrige maag had mijn ogen bereikt die reikhalzend keken naar wat op mijn bord zou worden opgediend. De aankondiging van een innovatieve eet avond met een bijzonder menu uit blik, makkelijk klaar te maken in de magnetron, deed mijn fantasie op hol slaan. Het speeksel in mijn mond nam vormen van overstromingen aan, waarbij mijn wangen fungeerden als reddende dijken. Mijn gedachten werden gevoed door de zoetige geuren die mijn neus inmiddels hadden bereikt. Of was het de parfum van mijn tafelgenoot?
‘Kling’.
Het indringende overbekende geluid van de magnetron vulde de ruimte. De associaties die ik daarbij kreeg, probeerde ik te ontwijken. De hand van mijn tafelgenoot was omhuld met een preventieve doek. Zo was het mogelijk om het culinaire genot zonder ongelukken te transporteren naar de tafel.
De deksel ging van de schaal. Mijn neus maakte van de gelegenheid gebruik om een eerste verkenning uit te voeren. Mijn tafelgenoot schepte een portie op mijn bord. Een moeilijk te identificeren hoopje eten lag gereed om te worden geconsumeerd. De positieve verwachtingen vroegen om een paradijselijke geur, dit concurreerde met wat mijn neus echt binnenging. Had de neusmeester in mijn hersenen wel op het goede knopje gedrukt?
Mijn mes duwde een hoeveelheid op de vork. Mijn mond ging open. De nog eerst vochtige tong veranderde snel in een droge lap. De spieren van mijn wangen krampten, mijn geconcentreerde ogen werden vochtig. De strijd in mijn mond tussen doorslikken of uitspugen was gaande. Het doorslikken won met moeite.
Ik stond op en liep naar de keukenkast. Zag daar het blikje “bijzonder magnetron menu”, nog dicht. Mijn ogen gingen naar de afvalbak, die ik opende. Daar lag het opengemaakte blik met op de wikkel een poes. Het toilet was gelukkig nabij, het spugen won alsnog.