Het was alweer vijf jaar geleden dat ik op deze bijzondere plek was. Diezelfde tafel en stoel op het terras van de Piazza Della Rotonda was vrij. Ik had geen uitnodiging van de ober nodig om daar te gaan zitten. Ik beschouwde het als mijn vaste stek. De fles pinot grigio was snel besteld. In korte tijd lag er een ontkurkt exemplaar in de emmer met ijs, verankerd aan mijn tafel. Druipend haalde ik hem eruit, om het behoeftige glas te vullen. De natte tafel werd daarna gedroogd door de serveerster die alles goed in de gaten hield. Ik haar ook. De Piazza werd ingekleurd door de klanken van een straatmuzikant. De melodie was bekend en kwam binnen, hoe heette dat nummer ook alweer , weet ik niet , noem het maar ‘canzone post pandemia’.
Gelukkig waren er niet veel toeristen. Ik zag dat de tafels on-Italiaans 1,5 meter gedisciplineerd waren opgesteld. De pandemie had ook hier huisgehouden. Het was nu drie jaar geleden dat ik van Corona voor het eerst hoorde. De vleermuis etende chinezen hebben heel wat op hun geweten. Het onbekende virus werd helaas wereldberoemd. Miljoenen mensen kregen bezoek van deze ongewenste gast. Velen hebben het niet meer kunnen navertellen. Intensivisten op de IC’s van ziekenhuizen moesten terugvallen op hun medische eed omdat alle protocollen niet meer bruikbaar waren. En toen het leek dat we de top hadden gehaald, de bocht hadden gemaakt, vielen we gulzig terug op onze oude gewoontes. Ook ik. De op slot gezette economie moest ontdaan worden van haar ketens. Dat hebben we geweten. We geloofden de kwakzalvers van aanbieders van foute testen. De gesel Gods had toegeslagen. Beide waren nep nieuws. De marathon tegen Corona bleek een triatlon met een verkeerde inspanningsverdeling. De tweede uitbraak, bleek nog heftiger, nog dieper. Het verlies van familie en collega’s viel zwaar. De pandemie lijkt nu uitgedoofd maar ik blijf op mijn hoede.
Ik slik een keer extra en de vochtigheid in mijn ogen namen toe. Ik compenseerde met een slok gekoelde wijn. De serveerster droogde de tafel. De muzikant zette een nieuw nummer in. Ik sloot mijn ogen en mijn gedachten gingen verder.
Het anti Corona vaccin, ik werd ingeloot als één van de eersten. Ik realiseerde hoeveel mazzel ik heb gehad. Ik kon het betalen, een injectie voor mijn persoonlijke vrijheid, het gaf mij de structuur voor de overleving. Mijn vlucht voor het virus was afgerond. Ik herinnerde me het artikel in het pandemiologisch vakblad. Het voorstel van de hoogleraar pandemiologie was in korte tijd verworden tot wet. De pandemie taks gaf mensen korting op hun belasting naar mate ze beter aan de “social distancing” regels hielden. De speciaal gemaakte app controleerde dit en je kon gedurende het jaar zien hoeveel belasting je terug kreeg. Het verheugde mij dat een vorm van preventie taks het eindelijk had gehaald. Het kost wel wat privacy en de nodige levens maar dan heb je ook wat.
Ik probeerde de aandacht van de serveerster op mij te vestigen door mijn glas weer te vullen. De fles bleek leeg. Ik vroeg om de rekening. Ze legde de bon, de pin automaat , handgel en een stuk papier op de tafel. Mijn oog viel op het papier, een prachtig gedicht had ze gemaakt. Haar hart huilde, ze was haar ouders verloren maar ze ging door en spaarde ook voor het vaccin. Ik heb nog nooit zo een hoge fooi gegeven. Gelukkig kon dit niet door de app worden waargenomen.
Jacob Dijkstra-april 2020